TripTalk logo mobiel wit
Search
Close this search box.
Wandelen op Gran Canaria

Wandelvakantie naar Gran Canaria, de driftige peuter van de Atlantische Oceaan

Drie keer zo groot als Texel, maar dan krijg je wel bergdorpen, vulkaanrotsen, een Sahara en een swingende hoofdstad cadeau. Het belangrijkste: Gran Canaria is een onovertroffen bestemming voor een wandelvakantie. TripTalk vroeg zich af: waar zijn alle andere wandelaars?

Zo kan een wandelvakantie naar Gran Canaria zijn:

“Gran Canaria is onweer uit steen”, zei een Spaanse dichter over ‘het eiland der zaligen’. Mooier kun je het niet omschrijven. Maar hoezo dan? Miljoenen jaren van vulkaanuitbarstingen, stormen en slagregens hebben de rotsen van Gran Canaria in de meest maniakale vormen gebeiteld. Tijdens wandelingen op Gran Canaria in het centrale bergland kijk je je ogen uit.

Wandelen op Gran Canaria

Miljoenen jaren erosie hebben daarnaast gezorgd voor diepe, brede kloven, met uitzinnige flora: de beroemde barranco’s. ‘In het vroege voorjaar is het hart van Gran Canaria een tapijt van witte amandelbloesem’, las mijn reisgenoot in een gidsje. De barranco’s zijn ‘gigantische subtropische plantenkassen zonder overkapping’. We waren niet meer te houden. Maar wanneer moet je gaan? En hoe pak je dat aan?

Of wat dacht je van wandelen op Madeira? Of fietsen in Málaga?

Een natte krant

Wandeleiland Gran Canaria is vanaf begin februari op zijn mooist. Het weer kan zonnig, maar ook wispelturig zijn. “Zo kort mogelijk van tevoren boeken”, zeiden de zogenaamde kenners. “Als je zeker weet dat het mooi weer wordt.” Diverse weersites voorspelden voor het vroege voorjaar kraakheldere hemels met temperaturen rond de 24 graden. Vlak voor ons vertrek verschrompelde de weercurve als een natte krant. ‘Storm, regen en dagen van maximaal 13 graden’, meldde online weerplatform Weeronline zonder mededogen.

Wandelen op Gran Canara

Het vliegtuig naar Gran Canaria, vanuit een leigrijs Schiphol, zat desondanks vol ervaren ‘Canarianen’. Mannen en vrouwen met kuiten als staalkabels. De korte broek al aan en adellijk gesleten bergschoenen die menig vierduizender hadden begroet, aan de benen. De sfeer was ronduit jolig.

In Nederland wandelen? Dit zijn de mooiste natuurgebieden van Nederland.

“Ah joh”, zei een man uit Bloemendaal met een beursachtergrond: “Nooit op de weervoorspellingen letten. Het weer op Gran Canaria is zo volatiel als de beurs. ’s Ochtends kan het stormen, maar drie uur later moet je alweer je hemd uittrekken. Ideaal wandelweer. Wie in de zomer gaat, heeft een gaatje in zijn hoofd. Veel te heet…”

Wandelen op Gran Canaria
(c) Bob Rus

De chauffeur draait zachtjes Sugar Baby Love en zegt verder niets. Bij het hotel gekomen, pakt hij ons kleinste koffertje, tilt dat drie keer boven zijn hoofd en zegt: “Hey, dit is een lekker licht koffertje, dit wordt mijn koffertje. Die neem ik.” Hij laat ons verder zelf de zware koffers eruit tillen. We gaan wandelen met bagagetransport tussen de hotels. Als je er een verhaal over wilt schrijven, is zo’n maffe chauffeur een godsgeschenk.

Lees hier de tips voor de mooiste RIU Hotels op Gran Canaria.

Hardcore wandelhart

Omdat het zondag is, gaat het hotel-restaurant in La Calzada eerder dicht. Het diner staat in een Coca-Cola ijskastje klaar in een zijzaaltje, naast de magnetron. We zijn de enige gasten. ‘s Ochtends staat het ontbijt op tafel, samen met twee lunchpakketten, die de serveerster ‘uw picknicks’ noemt. Water zit in dikke glazen flessen, wel wat zwaar voor een rugzakje.

Ze hebben hier, we bevinden ons nog buiten het hardcore wandelhart van Gran Canaria, geen idee van de wandelende grammenjager die iedere bergwandelaar moet zijn. Elke honderd gram scheelt. Zeker als je voortdurend moet stijgen en het warm wordt.

Direct achter het hotel begint onze eerste barranco, de Barranco Alonso. De eerste stappen op vulkanisch gruis. “My first barranco”, joelen we. Er is verder niemand te bekennen en we krijgen het gevoel van een koninklijk privilege. Dit ravijntje is niet al te diep, de groei en bloei niet al te uitbundig, de hellingen verre van steil. Goed om erin te komen. 

De wandeling van vandaag staat voor ‘14,5 kilometer, 925 meter stijgen en 230 meter dalen’ in onze reispapieren. Duur: 4,5 uur en de moeilijkheidsgraad is ‘twee tot drie ballen’. Wij kennen het klappen van de zweep van eerdere wandeltochten op La Gomera en Corsica. Vermenigvuldig de verwachte wandelduur altijd met anderhalf. Want: de wandelroutes zijn meestal samengesteld door viriele jongens/meisjes van hooguit 25 jaar, die nóóit fout lopen en zélden rusten.

Wist je dat je ook leuk kan wandelen en fietsen op Tenerife?

Na een uur worden de kloven dieper. Er verschijnen cactussen en palmen en de temperatuur stijgt. We spreken af dat het vanaf nu verboden is onderweg in weer-appjes te speuren naar wolkjes, oneffenheden of vermeldingen van ’15 procent kans op regen’. Je maakt jezelf gek.

cactus op Gran Canaria
(c) Bob Rus

Het weer op een eiland middenin de Atlantische Oceaan is zo veranderlijk als de driftbuien van een peuter. Basta. Echt koel kan het niet worden. We hebben alles bij ons, van zwembroek tot visserskleding, en de zware flessen water zijn allang leeg en in de glasbak. Wat kan ons gebeuren?

In Santa Brígida treffen we na een uur een eerste taart- en koffietentje, met terras. We drinken een teerachtig sterke espresso, die ons tot leven wekt. Het eerste amandeltaartje, er zullen er nog vele volgen. We banen ons vervolgens een weg langs verrukkelijke blauwe en rode tajinastes (die wel drie meter hoog kunnen worden), palmen en klaprozen.

Magazines cover inclusief nummer 17


Dit artikel verscheen eerder in TripTalk magazine

TripTalk magazine neemt je mee naar bereikbare en betaalbare bestemmingen! Onze vaste reporters geven inspirerende en persoonlijke tips.

Neem nu een abonnement op ons reismagazine en profiteer van 1 GRATIS NUMMER!


Het gras wordt Afrikaans hoog, we zien de eerste wijngaarden. Twee uur aaneen sjokken we over smalle, slingerende asfaltwegen. Niemand wandelt, wij wel; het geeft een goed gevoel. Wat we ook niet zien: zwembaden bij de huizen. Wel foto’s van honden op de deur, waaronder gevaarlijk klinkende namen als ‘Peligroso’ of ‘Terror’.

Meer inspiratie opdoen? Dit zijn leuke steden in Spanje!

De hondenogen groot en bloeddorstig. In werkelijkheid zijn het vaak sympathieke keffertjes die enthousiast een eindje met ons meelopen achter het gaas, tot ze bij het hek van de buren komen. Taak volbracht. 

Rozemarijn: wandelcocaïne 

We passeren het stadje Vega de San Mateo, het weer is nu voortreffelijk. In wandelaarscadans bestijgen we de lange hellingen, die loom de bergen indraaien. Na zes uur lopen het einddoel van de dag: het gehuchtje Caserio de la Lechuza. Ons tweede hotel is het zomerverblijf van een oude Canarische familie, met een serene binnentuin vol muurbloemen en een zwembad met jacuzzi. Daar is het nu te koud voor. Er is een salon met open haard en luie leesbanken, de marmelade is huisgemaakt en er is een eigen restaurant. We hoeven de deur niet uit. 

’s Nachts loeit de wind als een winters beest rond ons hotel. De dakpannen rammelen en het dak kraakt. Bij het ontbijt is alles weer windstil. We doen een toeristisch dagje San Mateo met lunch, anderhalf uur lopen naar het dal, in twee uur weer omhoog. 



Volgende ochtend vroeg op voor de lange tocht naar Tejeda, het fenomenale stadje in de krater. De noordoostpassaat is nu koel, hevig en vlagerig. Wattenjackje aan. ‘Uw picknick’ is veel melkwit tostibrood met ham en kaas, appel en banaan, koekjes. We ontdekken de rozemarijn als wandelcocaïne. Wrijf de blaadjes van het dwergstruikje in je handen en adem diep in. Beeld je in dat een flinke snuif helpt tegen kou en moeheid en het werkt. 

Bruine konijnen

De wind gaat liggen. Het is nu 19 graden. Jackjes weer uit. We verlaten het dorp en betreden het beschermde natuurgebied van Las Cumbres. De lucht wordt warmer en we ruiken brem, linde- en amandelbomen. We gaan westwaarts, het gezicht in de richting van Tenerife. We zien tientallen bruine konijnen en stijgen naar de top van een berg. Met een beetje geluk heb je daar zicht op Tenerife, het spookachtige buureiland, dat af en toe opdoemt uit de nevel. 

Ook leuk: deze wandelroutes in Engeland, of deze wandelroutes in de Benelux.

Na een kwartier scheurt de hemel open en verschijnt de Teide, de grote vulkaan van Tenerife, drijvend op een bed van trillende wolken. Tijd voor het amandeltaartje van de dulceria in San Mateo, dankzij de vooruitziende blik van de vrouw in de groep. Helemaal gelukkig. Nog steeds hebben we het hele eiland voor ons alleen.

In vijf uur tijd zien we twee andere wandelaars, wel Nederlanders. Wij houden expres, maar o zo kinderachtig onze kaken op elkaar. Gran Canaria is een puur wandeleiland, wat ook betekent: niet of nauwelijks bankjes naast de route, weinig of geen koffietentjes. 

Nublo rots Gran Canaria

Om 14.19 uur staan we oog in oog met de woeste Caldera de Tejeda. Het centrale deel van het grote bergmassief van Gran Canaria, ook wel Cumbre genoemd, is een fascinerend landschap. Voor ons de Roque Bentayga (1412 meter), links de Roque Nublo (1813 meter), hét symbool van Gran Canaria. De Grand Canyon van Gran Canaria doet denken aan het decor van een Amerikaanse westernfilm.

De top van de Nublo is een theaterstukje. Eén grote monoliet lijkt op een 67 meter grote boze reus. Met vlak daarvoor een kleinere rots, gelijkend op een dappere dwerg die de reus probeert weg te staren. Met elke kilometer lopen, verandert de choreografie van de monolieten, je kunt je ogen er niet vanaf houden. 

Rots Nublo op Gran Canaria

Beneden in de caldera liggen de witte vlekken van Tejeda, het dorpje. Alsof de reus een blokkendoos met witte huisjes achteloos in het dal heeft leeg gekieperd. Langzaam eten en drinken we onze rugzak leeg, in kleine hapjes en kleine slokjes. We dalen en voelen ons lichter worden. Dit was het voor vandaag: 12 kilometer lopen, 655 meter stijgen, 615 meter dalen. Wij deden er met stoppen, kijken, eten, rusten en fout lopen zeven uur over.

Wil je op vakantie naar de Canarische eilanden, maar twijfel je over welke? Wij helpen je!

Japans stripverhaal

Tejeda behoort tot ‘de honderd mooiste dorpen van Spanje’. Het dorpje ligt in de caldera. Dat is een grote krater, ontstaan door het inzakken van het dak van een magmakamer bij een vulkaanstorting. Dat resulteerde na duizenden eeuwen erosie in een krater van 18 kilometer doorsnee, met rotsen als uit een Japans stripverhaal. 

Dorpje Tejeda op Gran Canaria

Het dorp Tejeda is een langgerekt amfitheater. Hoofdstraat Calle Dr. Domingo Hernández Guerra is een promenade met uitzicht op de groene vallei. Vanaf ons balkonnetje zien we de Roque Bentayga, de hoge vulkaanrots die door de vroegere bewoners als een heiligdom werd beschouwd. Daaromheen het verlangde tapijt van amandelbomen in een wit-roze bloei.

Krijg hier inspiratie voor een stedentrip in Europa.

“Oei, dit maakt ons wandelleven licht en hemels”, zegt mijn poëtische reisgenoot. Schuin onder onze kamer bevinden zich een heladería (ijsjeszaak, mét amandelijs!) en een dulceria, waar je terecht kunt voor de beroemde mazapán de almendros (amandelmarsepein) en bienmesable (zoete cake).

Zoetigheden op Gran Canaria

De volgende dag doen we een loop van een uur of vijf, 520 meter omhoog en 520 naar beneden. Onder de promenade schuiven we zo de barranco in. Binnen twee minuten leidt het smalle wandelpad langs amandelgaarden, palmen, citrusbomen en hellingen vol wilde bloemen. De barranco is vruchtbaar als potgrond. Onze ‘picknick’ is nu hipper, constateren we bij de eerste stop. Geen saai tostibrood meer in de ransel, maar luxe broodjes van de beste bakker van het dorp. 

Bloemen tegenkomen tijdens het wandelen op Gran Canaria
(c) Marieke Haafkens

Dikke muren van cactusvijgen scheiden de akkertjes met witgekalkte huisjes. Op de flanken van de Roque Bentayga liggen rotswoningen en -graven van de Guanchen, de oorspronkelijke bewoners uit het begin van de jaartelling. Het zigzaggend voetpad biedt steeds andere uitzichten op het dorp in de diepte. De volgende dag zijn we even helemaal klaar met wandelen. Per bus en taxi duiken we binnen twee uur in het grotestadsleven van Las Palmas.

Van palmen naar bananen

De nog immer zwijgende taxichauffeur rijdt ons naar San Bartolomé, vertrekpunt van de laatste dagwandeling; anders bereiken we niet voor het duister de laatste hotelstop in Agüimes. Vanaf San Bartolomé is het 14,5 kilometer stijgen en dalen over en door talloze grote en kleine barranco’s. Duur: 4,5 uur, schrijft het gidsje. Daar geloven we dus geen bal meer van.

Of wat dacht je van een stedentrip naar Madrid, of ga op vakantie naar Málaga.

Vandaag leidt de wandelweg van de woeste bergwereld naar de beschaafde bebouwing, van de barranco’s naar de kustvlaktes, van de palmen naar de bananen. Direct achter San Bartolomé en Santa Lucia beginnen ravijnen met kale berghellingen en weidse vergezichten, want de bomen worden schaarser. 

Wandelen op Gran Canaria

We nemen afscheid van de binnenlanden. Oostwaarts lopend, klauteren we door de barranco’s met af en toe uitzicht op een blinkende oceaan. Pauze bij gastrobar El Acebuche, in een levendig dorpje. De favoriete lunch staat op de kaart: papas arrugadas, gerimpelde aardappelen, in de schil gekookt in zout water, met een rode mojo-saus. We zijn wild van de Canarische aardappeltjes.

Tegenover ons schuift een zestal lokale dames aan, allen met gitaar en meezingliedjes, de allerbeste manier om Spaans te leren. “Yo te quiero con limón y sal”, luidkeels meegebruld, wat ‘Ik hou van je met citroen en zout’ betekent. We zullen het nooit meer vergeten. 

Slopend is het lange wandelpad langs de doorstoofde autoweg naar Agüimes. De grotwoningen in de Barranco de las Vacas bieden verkoeling. Voor het eerst deze week lopen we tussen de dagjesmensen. We zijn het wandelen een beetje zat – het is einde middag – en liften mee met een man die onze wandelverhalen met verwondering aanhoort. “Waarom doen jullie dit? Huur de volgende keer een auto.”

Bronzen ezel

Agüimes is misschien wel het bijzonderste stadje die je niet mag missen tijdens een vakantie naar Gran Canaria. Het kloppend hart is de Plaza de Nuestra Señora del Rosario, dat onder een dak van laurierbomen ligt. Vlekkeloze, smalle straatjes met oker- en terracottakleurige huizen leiden naar het plein. De stad telt bronzen beelden die lokale karakters en het vroegere plattelandsleven uitbeelden.

Aguimes op Gran Canaria

Bij de kerk staat een bronzen celliste. Zachte strijkmuziek zweeft uit verborgen luidsprekers. Hotel Rura Casa de los Camellos, waar onze (zware) koffers staan, was voorheen het onderkomen van dromedarissen, vroeger veel in de landbouw gebruikt. Bij de ingang ligt een glimmende dromedaris. 

Aguimes op Gran Canaria
(c) Unsplash – Ryan Faulkner-Hogg

Bar El Populacho is ’s avonds, als Agüimes in een goudgeel licht baadt, de toptent van de stad. De houten bar is emerald groen geverfd en serveert taart, hapjes, koffie, bier en wijn. We bestellen chicken fingers, gefrituurde octopus, tonijntartaar, aardappeltjes, cheesecake en bier. Er ligt een bronzen ezel voor de deur, er wordt veel gelachen en om half negen schuiven ineens de gitaardames van onderweg bij op het terras. Het wordt feest.

Andere hoogtepunten op Gran Canaria

Gran Canaria is veel meer dan alleen een wandeleiland. De variatie in natuur is enorm, zeker gezien de grootte van het eiland (drie keer Texel). Het weer in het noorden wisselt, het zuiden is het hele jaar door lekker warm. Hier vind je de populaire zandstranden. Combineer je trip als het even kan met een van de andere bezienswaardigheden van Gran Canaria:

  • De gouden duinen van Maspalomas. Een stukje Sahara met duinen tot 20 meter hoog.
  • Járdin Botánico, even onder de hoofdstad Las Palmas. De grootste botanische tuin van Spanje, vol vetplanten, waterlelies, drakenbomen en zeldzame eilandplanten. 
Maspalomas duinen op Gran Canaria
(c) Bob Rus
  • Kustplaatsjes als Puerto de Mogán (‘klein Venetië’) of Puerto de las Nieves (charmante vissersplaats vol blauw-witte huisjes).
  • Bergdorp Teror, de ‘meest Canarische plaats’ van het eiland. Vol artistieke balkonnetjes en romantische patio’s.
  • Museo Canario. Het belangrijkste museum van Gran Canaria vind je in hoofdstad Las Palmas.
Teror Gran Canaria
Teror Gran Canaria

Niet overslaan: Las Palmas

Hoofdstad Las Palmas is misschien wel de enige, echte grote stad van de Canarisch Eilanden. Je kunt er topmusea bezoeken, slenteren door historische wijken, best goed shoppen en eindeloos rondhangen op talloze straatterrassen. Las Palmas bereik je in ruim twee uur met de bus vanaf Tejeda. Enkele toppers:

  • Catedral de Santa Ana. Het herkenningspunt van Gran Canaria, met een prachtfaçade in vele bouwstijlen. Het plein voor de kathedraal is majestueus. Let op de acht prachtbeelden van honden, waaraan de Canarische Eilanden hun naam zouden ontlenen. Tip: koffie en taart bij El Monje de Santa Ana, aan de voet van de kathedraal.
  • Casa de Colón. Mogelijk heeft Columbus hier geslapen. Er is een mooi museum gewijd aan de ‘ontdekking’ van Amerika.  
Kathedraal Las Palmas Santa Ana
(c) Jeroen – Triptalk
  • Playa de Las Canteras. Heerlijk stadsstrand met drie kilometer fijn zand.
  • Vegueta. Oudste wijk van de hoofdstad, vol klinkers, balkonnetjes, pleintjes en smeedijzer.
Las Palmas op Gran Canaria
(c) Marieke Haafkens

Deze mooiste stranden op Gran Canaria wil je ook niet missen.


Zoek ook vast naar hotels op Gran Canaria:

Booking.com

Dit vind je misschien ook leuk:

Zou jij op wandelvakantie willen naar Gran Canaria?

Tekst: Harri Theirlynck, Beeld: Marieke Haafkens

Deel dit blog ↓

Harri Theirlynck
Harri Theirlynck
Ach reizen. Hoor ik de fluit van een boot of trein dan ben ik al weg. Maar na 30 jaar knetterverweg naar hete landen en zweven aan kokostouwen boven afgronden weet ik: reizen begint direct als je de deur uit bent, want dan ben je niet meer thuis. Verbazen kan overal. Harri was hoofdredacteur van het ANWB Magazine Reizen

Gerelateerde reisblogs

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven