De kust van West-Ierland is één van de ruigste kusten van Europa met als hoogtepunt het onbewoonde eiland Skellig Michael, bekend van Star Wars. Om er te komen, mag het niet waaien. TripTalks Nicolline van der Spek waagt een poging.
Mijn Ierse avontuur herinnert me aan een uitzending van mijn grote held, de helaas veel te vroeg gestorven Boudewijn Büch (1948-2002). In 1988 gaat hij naar Malta voor zijn tv-programma De wereld van Boudewijn Büch. Specifiek komt hij voor het onbewoonde eilandje Filfla, dat een paar kilometer voor de kust van Malta ligt. Büch wil er al zijn hele leven naartoe. Het is alleen nooit gelukt, vertelt hij zijn kijkers. Altijd waaide het te hard.
Ook mijn reis is weersafhankelijk. Althans de eindbestemming van mijn reis: het beklimmen van het onbewoonde eiland Skellig Michael. Het eiland ligt voor de kust van Portmagee en heeft de vorm van een puntmuts, een heksenhoed in zee. Het schijnt er glibberig en steil te zijn, maar ook spectaculair mooi. Het eiland torent 230 meter hoog boven de Atlantische Oceaan uit en is gebruikt in de nieuwste Star Wars. Je begrijpt: daar wil je naartoe.
Happy
Vanuit Cork in het zuidwesten van Ierland rijd ik naar Killarney. Een rit van negentig kilometer. Het waait flink, regenen doet het ook. Maar ik blijf hoop houden. Ooit een Ier gezien met een paraplu? Het Ierse weer klaart sneller op dan het licht wordt. En ja hoor, zodra ik stop in het plaatsje Macroom, om een broodje te kopen, schijnt de zon alweer volop. “Are you happy?”, vraagt de eigenaar van het kleine bakkertje bij wijze van begroeting. “You bet!”
Ik was er eerder, in Ierland: tien jaar terug. Ook toen viel me op hoe aardig de Ieren zijn. We namen die reis het openbaar vervoer en hadden gehoopt in de bus te kunnen betalen met een biljet van vijftig euro. Dat lukte niet. De chauffeur had geen wisselgeld. Wel mochten we meerijden tot het volgende dorp, dertig kilometer verderop. Daar moesten we uitstappen en bij een winkel proberen ons geld te wisselen.
De eigenaar van de winkel was net lunchen, vermoed ik, want het duurde even voordat hij tevoorschijn kwam. Ik keek een paar keer achterom. De bus stond er nog. Moet je in Amsterdam in tram 1 eens proberen, dacht ik, toen we tien minuten later weer in de bus zaten. Achter ons zat een jongen met een vissenkom op schoot. Daarachter een moeder met een baby. Ik voelde me schuldig, maar niemand leek ons iets kwalijk te nemen.
Fluweelgroen
Er viel me die vorige reis nóg iets op, iets wat me nu opnieuw verbaast: wat is Ierland groen! Als de zon door het wolkendek prikt is ze fluweelgroen. De betovering begint al aan boord van het vliegtuig. Vanuit de lucht zie je hoe Ierland plotseling ophoudt en meters boven de Atlantische Oceaan uitsteekt. Alsof iemand een grote hap in een granny smith heeft genomen. Het resultaat is een uiterst grillige kustlijn, misschien wel de ruigste kustlijn van Europa.
Deze landschappen in Ierland wil je zien.
Deze Wild Atlantic Way, die met 2500 kilometer de langst gemarkeerde kustroute ter wereld is, is erg in trek bij toeristen. Vooral de Ring of Kerry is populair, een autoroute van 177 kilometer over het schiereiland Iveragh. Thuis werd ik van alle kanten gewaarschuwd: “Ga je de Ring of Kerry doen… In augustus? Dat wordt filerijden.”
Ik liet me niet gek maken en luisterde liever naar een vriendin die in de jaren negentig in Ierland heeft gewoond en bij een pizzeria werkte in Dingle. Vergeet Fungie niet, zei ze. Dat blijkt een dolfijn te zijn, die al sinds 1983 voor de kust zou rondzwemmen. Fungie werd zo populair dat het Dingle op de kaart zette: Fungie built Dingle! Er is alleen één probleem: Fungie heeft zich nu al een poos niet laten zien. De inwoners van Dingle vrezen het ergste. “No see, no pay”, luidde dertig jaar lang het motto van hun boottripjes.
Sterke verhalen
Ik ga een pleidooi houden voor Dingle, want ook zonder Fungie moet je er heen. Het stadje heeft een aantal legendarische pubs. Ik begin bij Foxy John’s in Main Street, de ultieme mancave, want kroeg en ijzerhandel ineen. Ik drink er mijn eerste Guinness en probeer er wijs te worden uit een taal die me vaag herinnert aan het Engels. Als ze hier look zeggen, hoor ik ‘leuk’.
Iets verderop wandel ik naar het beroemdere Dick Mack’s in Green Street. De pub is uit 1899 en vernoemd naar de zoon van de oprichter: Richard MacDonnell, schoenmaker van origine. Buiten hangt een bord met de tekst: Where is Dick Mack’s? Opposite of the church. Where is the church? Opposite Dick Mack’s! Binnen hangen foto’s van Julia Roberts, Robert Mitchum, Dollly Parton en vele andere celebs die me voorgingen. Er klinkt live muziek, maar niemand lijkt interesse te hebben. Muziek is overal in Ierland. Net als Guinness en een sterk verhaal.
Het sterkste verhaal is onbeslist dat van de kasteelheer van Ross Castle. Het kasteel is gebouwd aan het eind van de 15e eeuw door de lokale O’Donoghue clan en ligt aan de Ring of Kerry. De legende wil dat de kasteelheer samen met zijn paard, tafel én zijn bibliotheek uit het raam van zijn kasteel sprong. Sindsdien woont hij in een paleis op de bodem van het meer en houdt hij alles rondom zijn oude kasteel in de gaten.
Downton Abbey
Terug naar mijn reis. Ik ben nog altijd onderweg naar Killarney, één van Ierlands grootste trekpleisters met een landhuis als binnenkomer: het beroemde Muckross House uit 1843. Beneden in het souterrain bevinden zich 34 zogenaamde servant bells. De gang is smal, de keuken groot. Ik zie de meiden rennen met hun schorten en dampende schalen, die upstairs nog eens extra werden verwarmd alvorens ze werden opgediend. Dowton Abbey taferelen, waarbij de heren zich na het diner terugtrokken in de bibliotheek met een goed glas whiskey, in Ierland met een ‘e’ geschreven.
Al deze luxe staat in schril contrast met de grote hongersnood, realiseer ik me, die hier van 1845 tot 1850 huishield. The Great Famine werd veroorzaakt door een aantal mislukte aardappeloogsten. De arme Ierse boeren hadden niet alleen niets te eten, ook de pacht aan de Engelse adellijke grootgrondbezitters kon niet betaald worden. Minstens een miljoen Ieren emigreerden naar Amerika. Als gevolg daarvan wonen er nog altijd meer Ieren buiten Ierland dan in Ierland.
Wat dacht je van een romantische trip naar Ierland?
Magische stilte
Na Muckross House meander ik richting Gap of Dunloe, een tien kilometer lange kloof in een magische stilte, die schreeuwt om een wandeling. Als Black Valley nadert, waar het – behalve vandaag – altijd schijnt te regenen, sluit ik heel even mijn ogen om te horen hoe het landschap klinkt. Een kraai vliegt op met een hoop kabaal, terwijl in de verte een schaap aan het blaten is. Niet veel later hoor ik hoefgetrappel. Een paardenkoets. “Wanna have a drive back luv!”
Dit is nog meer leuk om te doen in Ierland.
“No thanks”, zeg ik en loop terug naar de auto. Ladies View wacht, een beroemd uitzichtpunt aan de Ring of Kerry, dat haar naam dankt aan de hofdames van koningin Victoria, die hier in 1861 met haar hele entourage op bezoek was. De dames kregen maar geen genoeg van het uitzicht op de meren van Killarney. Ik ga er tussen staan en geef ze geen ongelijk.
Charlie
De volgende dag stop ik in het kustplaatsje Waterville. Hier staat een levensgroot beeld van Charlie Chaplin. De Amerikaanse komiek bracht hier graag zijn vakanties door, lees ik. Alleen begrijp ik niet helemaal waarom. Waterville is bepaald niet pittoresk.
Bovendien komt uit elk huis het blikken geluid van een tin whistle, waarmee hotels, restaurants en cafés publiek proberen te lokken. Ieder vanuit zijn eigen naar de zee gerichte speaker. De tin whistle werkt al snel op mijn zenuwen. Door dus. Op naar wat het hoogtepunt van mijn reis moet worden: de beklimming van de Skelligs Islands.
Star Wars
De Skelligs liggen voor de kust van Portmagee. Holy ground voor de fans, Star Wars is er opgenomen! De Ieren zijn er nog boos om. De eilanden zijn immers een natuurreservaat: “We are a nation of whores to allow this.”
Lees ook over deze belevenissen in het oosten van Ierland.
Ik zie ze liggen. De twee heksenhoeden in zee. Het ene eiland (Little Skellig) wordt bewoond door jan-van-genten, het andere door papegaaiduikers. Daar moeten we naartoe, naar Skellig Michael, vernoemd naar aartsengel Sint Michaël, beschermheilige van bergen en heuvels.
Mont Saint-Michel in Normandië dankt ook zijn naam aan de aartsengel. Dan ‘Skellig’, dat is Iers voor rots. Skellig Michael dus. Het eiland ligt 12 kilometer uit de kust. Dagelijks gaan er in de zomer vanuit Portmagee bootjes naar toe, tenminste als het weer… enfin, verteld.
Het waait te hard
’s Avonds lig ik in bed te woelen. Ik hoor de wind gieren. Vijf Beaufort, vermoed ik. Zes misschien wel. Niet opgeven, spreek ik mezelf moed in en pak mijn telefoon erbij om op YouTube de bewuste aflevering van Boudewijn Büch te bekijken. Ik zie hem staan, in zijn felgekleurde windjack, dat opbolt in de wind. Hij wijst. Daar ligt het: Filfla.
Büch staat ergens op een tochtig uitkijkpunt met zijn gids te praten en gooit al zijn charmes in de strijd. “Is er dan geen enkele schipper die zo dapper is om mij te brengen?”, pruillipt de televisiemaker. Schepje erbovenop: “De Malteser schippers staan er toch om bekend dat ze zo dapper zijn?” De man schudt zijn hoofd. Het waait te hard.
Wil je de stad in? Wat dacht je van een trip naar Dublin City?
Mind your step
Als ik de volgende dag wakker word en het gordijn van mijn hotelkamer in Portmagee opzij schuif, zie ik een kalme zee. Niet veel later schud ik de eeltige hand van schipper Pat Joe Murphy, een boom van een man met knoesten van zeebenen. Hij mompelt iets wat ik niet versta. Dan reikt hij me een kledingstuk aan: een knalgele oliebroek. Het kan ruig zijn op zee, begrijp ik, maar we gaan. We kunnen! We mogen!
Een klein uurtje later zijn we er. Het halve schip ziet ondertussen groen van zeeziekte, Iers groen. Nu nog die top zien te bereiken. We moeten allemaal iets ondertekenen: de klim is op eigen risico. Ik kijk omhoog en hoor een man zeggen dat hij niet gaat. Hij piekert er niet over. Hij wacht beneden wel tot we terug zijn.
Ik begin te twijfelen; wat stond er ook alweer op de website van de Skelligs? ‘Trappen kunnen glad zijn als ze nat zijn. Het terrein bevat steile kliffen, blijf op de aangewezen toegangsweg.’ Dat zal wel met de Angelsaksische obsessie met health & safety te maken hebben, dacht ik toen nog, maar nu piep ik wel anders. Ik heb zelden zoveel hoogtevrees gehad als hier, op deze door monniken uitgehakte trap vol losliggende, oneven en glibberige stenen. Het zijn er zeshonderd in totaal.
Hoe Darth Vader hier ooit met zijn wapperende cape heeft gelopen is me een raadsel. Ik durf niet om me heen te kijken, let alleen op mijn voeten, die stapje voor stapje omhooggaan. Tot ik niet verder kan en bij een Keltisch klooster, gebouwd in de zesde eeuw, omringd door flarden mist en het geluid van de oceaan, zie waar ik ben.
IJskast met cola
Angstaanjagender, hoger en eenzamer dan ik dacht. Dat zei Boudewijn Büch over Filfla. Skellig Michael roept hetzelfde gevoel bij me op. De plek is van een buitenaardse schoonheid. Ik ga even zitten en denk aan mijn reisheld. Na een aantal vergeefse pogingen, lukt het Büch uiteindelijk toch zijn eilandje te bezoeken. Met een helikopter. Zonder toestemming. Anders dan ik mag hij er slechts tweeëneenhalve minuut blijven. Geen punt, glundert hij. Tweeëneenhalve minuut, is precies genoeg.
“Als je langer op zo’n eiland bent, dan ga je je maar afvragen waarom het zo klein is, waarom er geen huis gebouwd is of waarom er geen ijskast staat met cola”, zegt hij tegen zijn cameraman. Bovendien, lacht Büch naar dezelfde cameraman: “Met hoeveel mensen kun je converseren over het feit dat je tweeëneenhalve minuut op Fifla bent geweest. Ken jij ze? Ik niet.”
Extra tips voor een reis naar West-Ierland
Drie meerdaagse wandelroutes
Ierland leent zich uitstekend voor meerdaagse wandelingen. Mooie routes zijn de Sheep’s Head Way (100 kilometer) op de landtong Sheep’s Head, gelegen tussen Bantry Bay en Dunmanus Bay in County Cork, met aan het eind een kronkeltrap naar de vuurtoren.
Een andere aanrader is wandelen in Nationaal Park Connemara (100 kilometer). Door de gletsjervallei waan je je in Noorwegen. De Ring of Kerry is een populaire autoroute (177 kilometer lang). Wat veel reizigers niet weten, is dat je hem ook te voet kunt afleggen. Dan is hij wel een stuk langer, de Kerry Way is maar liefst 214 kilometer! Maar o zo mooi.
Slea Head
Slea Head is een kleine autoroute van 47 kilometer op het schiereiland Dingle. In anderhalf uur ben je rond. De route is één van de mooiste kustroutes ter wereld, dus je zou wel gek zijn als je haast had. Stop zeker bij het informatiecentrum over de Blasket Islands, waar je alles leert over de literaire eilandbewoners van de Blasket-eilanden, die hier tot 1953 woonden.
De kliffen van Moher
De Skellig Islands vormden het decor voor Star Wars, de beroemde kliffen van Moher waren dat voor die andere blockbuster: Harry Potter and the Half-Blood Prince. “Deze plaats heeft magie gekend”, roept het personage Perkamentus dramatisch uit. Mocht je de kliffen bezoeken, dan kun je hem alleen maar gelijk geven.
Bezoek deze plekken in West-Ierland:
Zoek vast naar hotels in West-Ierland:
Booking.comHandige websites voor je reis
Dit vind je misschien ook leuk:
- Zes traditionele recepten met een moderne twist uit Ierland
- 5x bijzondere filmlocaties om te bezoeken
- Wandelen in Engeland: de mooiste wandelroutes
- 7x steden in Noord-Engeland om niet te missen
- Stedentrip naar Londen: dit wil je zien en doen
Zou jij West-Ierland willen bezoeken?
Tekst: Nicolline van der Spek.
TripTalk is een puur Nederlands reismagazine en schrijft voornamelijk over bereikbare bestemmingen. Wij willen je meenemen naar bereikbare en betaalbare bestemmingen! Onze vaste reporters geven inspirerende en persoonlijke tips. Neem een abonnement!