Van Angkor’s verloren steden tot Koh Rong’s serene stranden, dit verhaal neemt je mee op een reis vol cultuur, geschiedenis en avontuur. We verkennen de tempels bij Siem Reap, proeven lokale gerechten en leren over de aangrijpende geschiedenis van de Rode Khmer. TripTalk liet zich onderdompelen in Cambodja’s charme en mystiek, maar kon ook niet om het rauwe verleden heen.
Reis mee naar Cambodja
Zonder het te weten staan we op de dag van aankomst direct al bovenop een heuvel waar volgens de legende Phnom Penh ontstaan moet zijn. Het was hier dat in de 14e eeuw ene Lady Penh een stupa oprichtte om drie boeddhistische beelden te huisvesten die ze tijdens een storm uit de rivier had gered. De plek die ze daarvoor uitkoos was op een heuveltje (een ‘phnom’) in het verder vlakke landschap. De tempel die er nu nog steeds staat heet vanzelfsprekend Wat Phnom.

De tempel op de heuvel verheft zich boven een stadslandschap met brede boulevards en een recht stratenpatroon, ontworpen door de Fransen die het hier sinds de 19e eeuw voor het zeggen hadden. En de Franse architectuur is nog altijd alom vertegenwoordigd. Om te beginnen bij ons logeeradres, het intieme Pavilion Hotel. De entree is via een klein poortje aan een smalle straat, waarachter je een tropische tuin binnenstapt met een smaragdgroen zwembad verstopt onder de palmen. En tussen het groen door ontwaar je een koloniale villa die stijlvol gerenoveerd is.
Dit artikel verscheen eerder in TripTalk magazine
TripTalk magazine neemt je mee naar bereikbare en betaalbare bestemmingen! Onze vaste reporters geven inspirerende en persoonlijke tips.
Neem nu een abonnement op ons reismagazine en profiteer van de AANBIEDING!
Phnom Penh verkennen
Een nieuwe stad verkennen is altijd een feest. Bij Phnom Penh komt onwillekeurig de vergelijking met Bangkok in mij op. Beide steden liggen aan een brede rivier en beide steden in het bezit van een Koninklijk Paleis aan diezelfde rivier gelegen. Maar in alles is Phnom Penh kleiner en daarmee ook overzichtelijker dan de Thaise hoofdstad.

Onder een bezoek aan dat Koninklijk Paleis met direct daarbij de Zilveren Pagoda kom je niet uit. Het complex dateert uit 1866, uit de tijd dat de Fransen het hier voor het zeggen kregen. Na een lange instabiele periode waarin de Cambodjaanse koningen onder grote invloed stonden van Vietnam (Annam) en Thailand (Siam) bood Frankrijk het land een protectoraat aan. In ruil voor toegang tot grondstoffen en het installeren van legerbases kon Cambodja rekenen op bescherming tegen haar buurlanden en werd een moderne infrastructuur aangelegd.

Het is een aangename plek om rond te lopen tussen de paleizen die opgetrokken zijn in de Khmer stijl. Een beetje uit de toon valt het Napoleon Paviljoen: een loodgrijze gietijzeren villa die door de Fransen cadeau werd gedaan aan de koning in de 19e eeuw. De Zilveren Pagoda heet zo vanwege de ontelbare zilveren tegeltjes waar de vloer mee bedekt is. We zien daar maar een klein aantal van want de vloer is haast volledig bedekt met tapijten. Logisch, met al die bezoekers.
Of wat dacht je van een reis naar het magisch mooie Maleisië?
Na al dit moois pakken we een tuktuk naar de Central Market. Het is een enorm gebouw met vier vleugels en een grote ronde hal in het midden. Van buiten lijkt het futuristische gebouw op een enorme gele UFO die midden in de stad is geland.

In het programma Wie is de Mol fungeerde het als decor van een nachtelijk roofspel. Overdag heb je die heerlijke georganiseerde chaos zoals je die op veel Aziatische markten treft. Niet alleen groenten, fruit en andere levensmiddelen, maar ook sieraden en huishoudartikelen staan uitgestald, verdeeld over verschillende afdelingen. En daar tussenin, mini-kapsalonnetjes, niet groter dan de ruimte die één kappersstoel inneemt.
Killing Fields
Een heel ander verhaal is een hoofdstuk uit de recente geschiedenis van Cambodja, waar je als bezoeker niet omheen kunt. Dan heb ik het over het bewind van de Rode Khmer, dat duurde van 1975 tot 1979, waarin miljoenen burgers systematisch werden vermoord. Ons bezoek aan het Tuol Sleng Genocide Museum maakt dat op een nogal indringende manier duidelijk. Dit voormalige schoolgebouw, midden in een woonwijk, werd in 1975 omgebouwd tot een gevangenis en martelcentrum, destijds bekend onder de naam S-21.
We horen, zien en lezen hier hoe mensen die willekeurig van de straat waren geplukt en uit hun huizen waren ontvoerd, werden vastgezet en ondervraagd. Je werd hier net zo lang gefolterd, totdat je iedere gewenste bekentenis aflegde. Alles werd uitvoerig gedocumenteerd inclusief een mugshot van elke gevangene en dit werd als bewijsmateriaal bewaard om zo een legitieme reden te hebben voor de executie die vrijwel altijd volgde. Met het ene gruwelverhaal na het andere, dat via onze headsets binnenkomt, lijken de lege blikken van de gevangenen die op de foto’s in de ruimten staan, ons van de ene naar de andere kamer te volgen. Hoe kort geleden dit eigenlijk nog is, dringt pas echt tot je door wanneer je even verderop in de gelegenheid wordt gebracht om te spreken met Chum Mey en Bou Meng, twee van de mensen die deze gevangenis overleefd hebben. Dat waren er in totaal zeven.
Als we hierna ook nog een bezoek hebben gebracht aan Choeng Ek, beter bekend als de Killing Fields net buiten de stad, hebben we wel weer even genoeg indrukken gehad voor vandaag.
Culinair Cambodja
Een leuke en ook educatieve manier om kennis te maken met de Cambodjaanse keuken is het meegaan op een food tour. Met een gids en een tuktuk maken we in een klein gezelschap een rondgang langs plekken in de stad, waar we diverse gerechten voorgeschoteld krijgen. Zo leren we hoe je Nom Banh Chock moet eten: deze licht gefermenteerde noedels doop je in een heerlijke curry, gegarneerd met verse groenten en eetbare bloemen. We kunnen er geen genoeg van krijgen, maar dan vertelt de gids dat er nog zeven (!) stops volgen. En zo begint onze trektocht door nachtelijk Phnom Penh van eetstalletje, tot restaurant en van restaurant tot kroeg. Hilarisch wordt het als we bij een insectenkraam meelwormen en vogelspinnen te verorberen krijgen. Of wat te denken van een ei met daarin een ongeboren kuiken?

Hoe langer we in Phonm Penh blijven hoe meer we ons thuis beginnen te voelen in deze stad, maar onze eerste kennismaking met Cambodja smaakt naar nog veel meer, dus worden we vanzelf nieuwsgierig naar wat het land nog meer te bieden heeft. Vervoer is nooit moeilijk te regelen en via een tuktukchauffeur komen we in contact met een ‘vriend’ van hem die ons wel naar Kratie wil rijden, een stadje op zo’n vier uur ten noorden van de hoofdstad, tevens aan de Mekong rivier.
Dolfijnen in de Mekong
De rit start met een oversteek op de veerboot de Mekong over en wat volgt is een reis kriskras over het platteland. Dat zijn meestal prima wegen, maar als de chauffeur ergens een shortcut pakt, scheuren we met behoorlijke snelheid over onverharde landweggetjes. Hier en daar moeten een paar te laat wegstuivende kippen het ontgelden. Onze chauffeur geeft geen krimp.
Of wat dacht je van een reis naar het toverachtige Taiwan: Thee, Tofu, Taipei?
In het rustige provinciestadje Kratie pakken we een gammele ferry naar Koh Trong, een eiland in de Mekong. Het Soriyabori Hotel is een ware oase in een stukje jungle op dit eiland dat verder voor het grootste deel agrarisch is. We logeren deze dagen in een sfeervol chalet en proberen de lekkerste gerechten van de menukaart van dit bijzondere resort. Met fietsen verkennen we grote delen van het eiland, waar bijna elk huis een boerderij is met de complete mini veestapel van maximaal twee koeien voor het huis.

Een leuk uitstapje is een stuk stroomopwaarts, waar je in een bocht in de rivier de Irrawaddydolfijn kan spotten. Deze zeldzame dolfijnen komen maar op een paar plekken voor en ze zijn eenvoudig te herkennen door het ontbreken van een snavelvormige bek waardoor ze er wat gedrongen uitzien met hun stompe neuzen.
Tempel voor onszelf
Een volgende taxirit is ook weer snel geregeld en dat brengt ons in Kampong Thum. Het is net als Kratie, een niet zo bekende provinciestad. Maar als je de nabijgelegen ruïnes van Sambor Prei Kuk wilt zien, is dit de plek om te overnachten. Nu richt het hele toerisme in Cambodja zich op de ruïnes rondom Angkor Wat, waardoor je bijna zou vergeten dat er nog meer plekken in het land zijn waar je vergeten steden en tempels kan vinden. Sambor Prei Kuk is zo’n vergeten stad. En dat mag je gerust letterlijk nemen, want als we aankomen lijken we de enige bezoekers te zijn.

We zijn aangekomen in een flink stuk bos waar tussen de bomen diverse ruïnes liggen die dateren uit de 6e en 7e eeuw. Sommigen zijn half overwoekerd, anderen zijn al gerestaureerd en weer een ander wordt momenteel opgeknapt. Wel apart om niet om vier uur je bed uit te hoeven om een heel tempelcomplex voor onszelf te hebben. Dat zal straks in Angkor wel anders zijn. Maar zover is het nog niet. Want eerst sluiten we deze dag nog af met cocktails op het dakterras van het Kampong Thom Royal Hotel. Met uitzicht over de stad en haar omgeving, waar zo aan het eind van de regentijd nog grote stukken land onder water staan.
De vergeten stad en de boomtown
Angkor Wat is zo’n bestemming waar je je hele leven al naar toe moet. Maar als je het over Angkor Wat hebt, dan heb je het alleen maar over die ene iconische tempel. De naam Angkor is de naam van de hoofdstad van het Khmer-rijk die rond de jaren 1000 – 1200 van onze jaartelling op het hoogtepunt van haar bloeiperiode zat. Je komt hier dus terecht in een uitgestrekt gebied dat bezaaid is met tempels, resten van de stad Angkor en andere overblijfselen, zoals twee reusachtige rechthoekige waterbassins. De uitvalsbasis om dit schoons te bewonderen is boomtown Siem Reap. In de stad zelf is niet al te veel authentieks te bewonderen, maar er is wel van alles verkrijgbaar en er is een levendige uitgaanswijk. Ook komen we hier een heel ander type toerist tegen; het gros daarvan doet alleen deze bestemming in Cambodja en keert daarna weer terug naar Thailand of Vietnam.

En we wisten het van tevoren, maar toch zijn we alsnog verrast door de enorme omvang van het gebied waarin de tempels liggen. Al snel komen we tot de conclusie dat we minimaal drie dagen nodig hebben om hier doorheen te fietsen. Letterlijk dan, want grote delen van de tempels kun je per fiets uitstekend verkennen. Die fietsen zijn op verschillende plekken te huur, en al snel karren we op ons gemak over de kaarsrechte, schaduwrijke wegen. Onderweg springen apen boven ons van tak tot tak en soms ook vlak naast ons in de berm.
Ook leuk: Reizen naar Sri Lanka: langs tempels en natuurschoon
Onze eerste dag hier staat in het teken van Angkor Thom, de voormalige hoofdstad van het Angkor-rijk. De stad wordt begrensd door een brede gracht die je moet oversteken via een indrukwekkende poort terwijl je wordt aangestaard door tientallen beelden aan weerszijden van de brug en een gezicht boven de poort kijkt tenslotte streng op je neer. Als eerste in zicht komt de Bayon Tempel, beter bekend als de tempel met de vele gezichten. Het zijn er ooit in totaal 216 geweest. Maar het houdt niet op bij deze structuur. Een paar honderd meter verder vind je nog het ene na het andere tempelcomplex. Genoeg om de rest van de dag mee te vullen.

Lara Croft en Indiana Jones
De Angkor Wat is dus zo’n ding waarvoor je je nachtrust moet opofferen. Het idee is dat je hier voor zonsopkomst bent. Nou dat idee hebben er velen. Dus voor je het weet sta je met honderden mensen tegelijk te wachten op het magische blauwe uurtje voor de zon opkomt en vervolgens de eerste zonnestralen. Alles wat ze over Angkor Wat vertellen is waar. Dit is een van die plekken op de wereld zoals de Taj Mahal of Machu Picchu, die je niet onder woorden kunt brengen. Dat heet betovering.

Als we, uren later, even verderop aan het ontbijt zitten in een lokaal restaurant, vraagt onze gids of we klaar zijn voor nog zo’n ervaring. En voor we het weten, zitten we weer achterin de tuktuk en stappen we uit bij Ta Prohm. Deze tempel staat ook wel bekend als de jungle tempel. Verwonderd lopen we langs plekken waar Angelina Jolie in de film Lara Croft Tombraider op zoek was naar mysterieuze objecten. Maar ook Indiana Jones zou hier zo op kunnen duiken in dit decor van vervallen tempels die overwoekerd zijn door jungle en in de tang genomen door boomwortels.

Voordat we Siem Reap verlaten (we blijven ons verblijf maar verlengen…) maken we nog een trip door de schitterende omgeving met een oude Amerikaanse legerjeep en bezoeken we het bijzondere Kampong Phluk. Dit dorp is in zijn geheel op palen gebouwd om het hoofd te bieden aan het dalende en stijgende waterniveau van het immense Tonle Sapmeer. Onze gids legt uit hoe de mensen hier omgaan met het steeds weer terugkerende hoogwater, hoe zij in hun huizen op palen letterlijk het hoofd boven water houden en hoe zij zich bedruipen van de visserij. We worden rondgepeddeld door mangrovebossen en varen even later met een boot nog een stuk het meer op, totdat een vrij plotseling aanzwellend onweer de stuurman schielijk zijn boot doet omkeren terug naar veiligere wateren.
Tempels in Kyoto: deze wil je bezoeken tijdens je reis!
Waar we steeds weer door verrast worden, in de stad en op het platteland, is de onvoorwaardelijke vriendelijkheid van de Cambodjanen. En er komen hier ongetwijfeld honderden bezoekers per dag vanuit het toeristische Siem Reap, maar kinderen benaderen je alsof ze voor het eerst een toerist zien en gezellig voor je camera poseren zonder opdringerig te zijn.

Het luxe eilandleven
Een paar dagen later hebben we ons toch weten te ontworstelen van de vele geneugten die Siem Reap voor de reiziger in petto heeft en bevinden we ons op Koh Rong, het Cambodjaanse antwoord op de vele Thaise vakantie-eilanden. Met het verschil dat het toerisme op Koh Rong nog niet al te veel voorstelt. In de speedboot onderweg naar Koh Rong vanuit Sihanoukville spat ons het water om de oren.

Van alle stranden die we hebben bekeken, bevalt ons Sok San Beach het beste. Maar dat blijkt pas achteraf als we op de motorfiets een toertje over het eiland hebben gemaakt. Het is dan ook maar goed dat we hier zijn neergestreken: bont gekleurde huisjes, wit koraalzand en een kabbelende branding maken dit tot een perfect vakantieoord om even heerlijk alles van je af te zetten. En om alle indrukken te verwerken van de afgelopen weken, die soms best intensief waren. Reden temeer om de laatste paar dagen ons over te geven aan het luie eilandleven. Want ook dat heeft Cambodja voor je in petto.
Ook leuk: Koh Phangan: het Ibiza van Thailand
Trip tip: op pad met een Amerikaanse legerjeep
In Siem Reap ontmoetten we de Nederlandse ondernemer André Ruys, die in 2002 tijdens een backpackreis gefascineerd raakte door Cambodja. Zijn liefde voor het land inspireerde hem om zich er permanent te vestigen en diverse ondernemingen op te zetten. Samen met zijn vrouw Lily startte hij in 2011 Cambodia Jeep, waarbij ze oude militaire jeeps restaureerden om unieke tours aan te bieden in en rondom Siem Reap.

Deze klassieke voertuigen, ooit onmisbaar tijdens de Vietnam- en Cambodja-oorlogen, zijn met liefde en geduld in hun oude glorie hersteld en bieden nu avontuurlijke tours door het hart van Cambodja. Vanuit de koloniale tempelstad Siem Reap organiseert Cambodia Jeep exclusieve dagtochten naar wereldberoemde locaties zoals Angkor Wat, maar ook naar minder bekende, verborgen tempels en afgelegen dorpen. Voor de ultieme ontdekkingsreiziger zijn er meerdaagse zelfrijdende jeeptours die je meenemen over wegen waar toeristenbussen niet kunnen komen, waardoor je het echte Cambodja kunt ervaren.
Zoek ook naar hotels in Cambodja
Handige websites voor je reis
Dit vind je misschien ook leuk:
- Ontdek het prachtige Noorwegen per postboot
- Tips voor de omgeving van Chiang Mai: wat te zien en doen
- Leuke bezienswaardigheden in Ubud voor een 5-daags verblijf
- Bali tips: handige informatie voor als je naar Bali gaat.
- 10x de mooiste tempels op Bali
Zou jij een reis naar Cambodja willen maken?
Tekst: Kees Bikker
Beeld: Kees Bikker
Als kind ben ik aangevallen door een zwerm muggen met diverse mutaties van het reisvirus en flink geprikt. Waardoor ik verslaafd ben geraakt aan wandelen in de Vogezen, de regenwouden van Nieuw-Zeeland, de Transsiberië Express, Praag en Ladakh om zo maar wat te noemen. Geen bestemming is saai, ik voel me overal thuis.


