Tunesië is terug. Het Noord-Afrikaanse land krabbelt, na een aantal lastige jaren, weer op en ontpopt zich tot een must-visit voor zonliefhebbers. Met als nieuwste hotspot voor een sfeervolle vakantie het eiland Djerba: de perfecte mix tussen Griekse charme en een sprookje van 1001-nacht. TripTalks Puck sprong op het vliegtuig om dit zonnige eiland te verkennen.
Zo kan een vakantie naar Djerba in Tunesië zijn
“Djerba heeft de beste zonneschijn ter wereld”, roept gids Zouraja enthousiast. We zitten net vijf minuten in het busje waarmee hij ons gaat rondleiden over Djerba en nu al vliegt het ene superlatief na het andere ons om de oren. “Het is een eiland zoals je dat nergens anders vindt”, zegt hij stellig. “Een echte oase aan de zee.”
Het busje rijdt over een smalle, geasfalteerde weg. Rechts van ons slaan golven rustig om op de goudgele kust, links kijken we uit op stralend witte huizen met helderblauwe luiken. Hier en daar torent een palm boven de vlakte uit, soms ligt er een blauw bootje op het strand, en overal zijn cactussen. Djerba, het grootste eiland van Noord-Afrika, is zo plat als een dubbeltje (een paar heuvels bij het dorp Guellala daargelaten) en dat zorgt voor schitterende, weidse uitzichten. “Er komen hier niet voor niets miljoenen toeristen”, bezweert Zouraja ons.
Klein, maar fijn
Oké, miljoenen toeristen is wat overdreven. Het toerisme in Tunesië krabbelt weliswaar langzaam weer op, maar er zijn nog lang niet zoveel toeristen als zo’n vijf jaar geleden. Dat geeft niet, want daardoor hoef je de toeristische plekken niet met al teveel mensen te delen. Het museum van pottenbakkersdorp Guellala, bijvoorbeeld, wordt niet overspoeld door reizigers. Naast dat het museum te vinden is in een prachtig, typisch Tunesisch gebouw met dikke witte muren en torens, is het is ook een interessante plek voor iedereen die meer wil leren over de geschiedenis van het eiland.
Want die geschiedenis, die gaat ver terug. Naar verluidt was Odysseus de eerste toerist die Djerba wist te vinden, maar de eerste echte bewoners waren de berbers. Later ontdekten ook de Arabieren, Romeinen en Spanjaarden het eiland. Vanwege de handige ligging tussen Europa en Noord-Afrika in is het eiland altijd wel door een bevolking bezet geweest. Dat is goed terug te zien in de architectuur van de huizen op Djerba, die een mix is van berbers, Grieks en Arabisch.
Street-art en briks
Ga ook tijdens je vakantie naar Djerba naar Erriadh. Vanuit Guellala is het niet ver rijden. In 2004 kwamen straatkunstenaars van over de hele wereld naar dit dorp om muurschilderingen te maken op de huizen. Op die manier hoopte het dorp meer toeristen te trekken. Met succes, want Erriadh staat nog steeds op de kaart als hét street-art dorp van Djerba.
Tijdens een wandeling door het plaatsje kun je op bijna elk huis een ander kunstwerk bewonderen, sommige met een diepere betekenis, sommige gewoon mooi. Trek hier geen uren voor uit, want zo groot is Erriadh niet. Een half uur tot een uur is genoeg om een goede indruk te krijgen van de kunstwerken en het dorp.
We stappen weer in de auto en rijden naar kustplaats Fatou. Hier bevindt zich, middenin een woonwijk, het atelier van Jilani. Deze vrolijke Tunesiër maakt kunst op zo’n beetje alle voorwerpen die hij kan vinden. Van houten lepels tot autobanden, deuren en gewoon canvassen. In de kelder van Dar Jilani (vertaling: het huis van Jilani) laat hij graag zien hoe hij dat doet.
Boven, op zijn terras, eten we een heerlijke brik (een deegflapje dat gevuld is met gekruide aardappelen en eieren) en couscous met groenten en vis. De plek voor een rustmomentje tijdens je vakantie naar Djerba. Maak van de lunch geen haastklus, de Tunesische gastvrijheid zorgt ervoor dat je uren aan tafel kunt zitten, om daarna heerlijk loom weer op pad te gaan.
Grieks, Marokkaans, Tunesisch
“Ooit was er op Djerba maar één markt, oftewel souk, te vinden, waar locals twee dagen per week samenkwamen om boodschappen te doen en de laatste roddels uit te wisselen”, vertelt Zouraja, terwijl we koers zetten richting de hoofdstad van het eiland. Inmiddels heeft elk dorp een eigen souk, maar de naam van de hoofdstad verwijst nog steeds naar de tijd waarin er nog maar één markt was. Houmt Souk is de grootste stad van het eiland en inwoners van Djerba trekken hier nog steeds regelmatig naartoe om te shoppen en te kletsen.
De oude binnenstad van Houmt Souk werd vooral gevormd door Europeanen en Turken, wat de afwisselingen tussen moskeeën en kerken verklaart. Op de souk worden reizigers aangesproken door verkopers, maar ze zijn niet opdringerig en accepteren een ‘nee, bedankt’ zonder moeite. Tussen tapijt- en schoenenwinkels door hangen knalroze bougainvilles over helderblauwe blauwe luiken en parelwitte muren. Een beetje Marrakech, een beetje Griekenland; Houmt Souk is een typisch Tunesische stad.
Ga hier heen tijdens je vakantie op Djerba:
Geschiedenislesjes
Volgens Zouraja hebben reizigers minstens drie dagen nodig om Djerba echt goed te leren kennen. Wij zijn ook benieuwd naar de rest van Tunesië, dus springen we in Houmt Souk op het vliegtuig naar Tunis. Nauwelijks een uur later kijken we uit op grillige bergen en groene olijfboomgaarden. Een heel andere ervaring dan Djerba, zo blijkt al snel. Op de brede wegen is het een drukte van jewelste met auto’s, fietsers en zelfs voetgangers.
Het vasteland van Tunesië is de perfecte plek voor geschiedenisliefhebbers. Er zijn namelijk nog veel overblijfselen uit de Romeinse tijd te vinden, zoals in onze eerste stop: Carthago. Rondom de stad zijn al wat ruïnes te zien, maar de meeste toeristen komen hier vooral voor de badhuizen, die relatief goed bewaard zijn gebleven en je zelfstandig kunt bezoeken.
Lees hier een ander verhaal over een reis naar Tunesië.
Leuk is het om een gids mee te nemen, die meer kan vertellen over de gewoonten die de Romeinen erop na hielden. De ondergrondse gangen waardoor hun slaven zich bewogen zijn nog goed te zien en iedereen zal snappen waarom de Romeinen juist hier badhuizen bouwden: het uitzicht op de zee en palmen zorgt er direct voor dat je je rustig voelt.
De badhuizen zijn bekend bij toeristen, maar veel minder reizigers weten hun weg te vinden naar de begraafplaats van Tophet (ook bekend als de Sanctuaire Punique). Over deze begraafplaats gaan allerlei geruchten, bijvoorbeeld dat de Romeinen hier levende kinderen en huisdieren zouden hebben geofferd. Daar is niks van waar, ontdekten archeologen eeuwen later.
Wat wel waar is, is dat de grafstenen op deze begraafplaats te ‘lezen’ zijn. Op elke steen staat een tekening van wie of wat er begraven ligt en hoe ver onder de grond (hoeveel grondlagen) je moet graven om de urn te vinden. Niet het meest gezellige onderwerp, maar wel interessant.
Lees op TripTalk ook over andere Afrikaanse bestemmingen, zoals Marokko. Of wat dacht je van een reis naar Egypte of een reis door Gambia?
Mini-Colosseum
Net zo interessant is El Djem, onze volgende stop. Onderweg rijden we langs eindeloze olijfboomgaarden (Tunesië is een van de grootste producenten van olijfolie ter wereld) en kleine dorpjes. We passeren een nieuw vliegveld, dat 13 miljoen mensen per jaar aankan, maar in 2019 slechts 300 duizend reizigers zag. Dat komt door de Arabische Lente (door Tunesiërs ook wel de revolutie genoemd), die hier startte, en de aanslagen van 2015. Inmiddels is de rust in het land wedergekeerd en komen ook de toeristen weer naar Tunesië.
Terug naar het Romeinse amfitheater in El Djem. Deze kleinere versie van het Colosseum in Rome is minstens net zo indrukwekkend en, heel fijn, een stuk rustiger. Hier sta je niet in de rij om binnen te komen, lopen er geen locals verkleed als gladiator om een foto met je te maken en schuifel je niet voetje voor voetje achter andere bezoekers aan.
Een deel van het theater is helaas door de eeuwen heen verloren gegaan of gebruikt om huizen van te bouwen, maar het deel dat nog overeind staat is zeker indrukwekkend. Ooit werden er bloederige gladiatorgevechten gehouden en in de ondergrondse tunnels kun je zien waar de dieren gevangen werden gehouden. Vraag vooral een gids om meer informatie, want het theater kent een lange en boeiende geschiedenis.
Mr Happy Father
Wie uitgekeken is op de Romeinse ruïnes, of gewoon benieuwd is naar een heel mooie plek, rept zich naar Sidi Bou Said. Deze plek (waarvan de naam zowel ‘Mr Happy Father’ als ‘Vader van Said’ betekent) is populair onder reizigers. Niet gek, want het is een Instagramwaardig stadje. Denk: Santorini, maar dan in Noord-Afrika.
De stad ligt op een heuvel aan zee, wordt aan alle kanten omringd door palmen, en bestaat uit smalle straten met witte huizen met blauwe, ronde poorten. Schuif aan op een van de terrasjes, koop vers brood bij een bakkerij of sla je slag op de sfeervolle souk. Sidi Bou Said is de perfecte plek om een reis door Tunesië af te sluiten.
Ontdek ook deze spots in Tunesië:
Overnachten in Tunesië:
TUI Blue Palm Beach Palace: adult only op Djerba, gericht op reizigers die verantwoord willen genieten. Van yoga en fitness tot gezonde maaltijden, dit is een healthy hotel.
TUI Sensimar Palace Oceana Resort en Spa: adult only in Hammamet, met palmentuin en breed zandstrand. Hier is het culinair genieten, maar ook goed bijkomen in de spa.
TUI Magic Life: een goede optie in voor gezinnen met (klein) kinderen. Dit hotel in Skanes heeft een waterpark met glijbanen en is ideaal voor sportievelingen.
Handige links voor je vakantie naar Djerba:
1. Boek je vliegticket naar Djerba online.
2. Heb je al een ticket? Zoek een hotel in Djerba
3. Reis nog voordeliger en boek je vliegticket samen met een hotel
4. Boek een taxi bij aankomst naar je hotel, wel zo makkelijk! (lees meer)
Zou jij op vakantie willen naar Djerba en de rest van Tunesië?
Puck was de hoofdredacteur van ons TripTalk Magazine en gaat zelf regelmatig op reis naar bestemmingen en steden voor reportages in TripTalk magazine.
