Altijd al willen wandelen langs een van de beroemdste rivieren ter wereld? Het Thames Path neemt je mee van de bron van de rivier in de Cotswolds tot aan de monding in de Noordzee – dwars door schilderachtige dorpjes, glooiende velden en het bruisende hart van Londen. In deze blog neem ik je mee op mijn persoonlijke avontuur van ruim 350 kilometer te voet langs de Thames. Van kamperen onder de sterren tot verdwalen in het industriële Londen en genieten van een cappuccino in Oxford: deze tocht had het allemaal. Ontdek hoe het is om elke dag wakker te worden met uitzicht op de rivier, wat je onderweg tegenkomt én waarom je deze unieke wandelroute zéker op je lijstje wil zetten.
Waarom wandelen langs de Thames?
Wij als wereldreizigers kennen allemaal de uitspraak ‘de reis is mooier dan de bestemming’.

Tijdens mijn studie die ik in Londen volgde, werd deze uitspraak wel heel letterlijk
opgevolgd. Om op school te komen, liep ik namelijk elke dag een uur langs de Thames. Een
wandeling die me langs de Tower Bridge, St. Paul en de Big Ben leidde, om daarna de rest
van de dag in de schoolbanken door te brengen.
Wat is het Thames Path?
Na een aantal keer deze route langs de Thames te hebben gevolgd, werd ik benieuwd. Hoe
ver zou dit pad doorlopen? En wat blijkt: het pad is net zo lang als de rivier zelf! Vanaf de
bron van de rivier, loopt er een verhard pad naar de Noordzee, waar de Thames uitmondt. Dit
Thames Path begon ooit als jaagpad naast de rivier waar paarden boten vooruit trokken die de
Thames af moesten.
Hoewel deze techniek nu niet meer nodig is, wordt het pad nog steeds gebruikt, maar dan door wandelaars die stukjes van het pad, of de hele route uitlopen. En zo was het plan voor de zomer gevormd.
Lees meer over mooie wandelroutes in Engeland.
De voorbereiding op een lange wandeltocht

In twee weken zou ik, samen met een veel te grote rugzak en een tent, de hele Thames
afwandelen. Ik wilde de Thames vanaf een klein stroompje zien uitgroeien tot de gigantische
rivier die ik elke dag op weg naar school zag. Als iemand die nog nooit een wandelvakantie
had gedaan en kamperen waar mogelijk vermijdt, was er nog wel wat voorbereiding nodig.
Kampeeruitrusting en routeplanning
Eerst het aanschaffen van de benodigde kampeerspullen: een tent, rugzak, slaapzak en
isolatiematje (wie wist dat die bestonden!). Het regelen van de campings vormde ook een
uitdaging op zich, want de rivier stroomt door veel afgelegen gebieden waar weinig leven is.
Maar na een tijdje puzzelen, had ik ook een route uitgestippeld tussen campings die zich op
loopafstand van elkaar bevonden. We waren er klaar voor!
Lees ook: 5x steden in Engeland om te bezoeken.
Startpunt van de wandeling: de bron van de Thames

De bron van de Thames bevindt zich in de Cotswolds, dicht bij het dorp Cirencester. Mijn
eerste avond bracht ik door op een camping in de buurt, zodat ik de ochtend erna vroeg naast de bron kon staan. Vanaf Londen was dit een reis van twee uur met het openbaar vervoer,
waarin de omgeving van wereldstad snel naar platteland verandert.
Onverwachte ontmoetingen onderweg
Tijdens deze reis leerde ik al snel dat alleen reizen niet betekent dat je je tijd alleen doorbrengt. Vooral als je een veel te grote rugzak bij je hebt, knopen mensen snel een gesprek met je aan over je plannen. En zo babbelde ik de hele treinreis gezellig met verschillende mensen over alle reizen die we gemaakt hebben en nog zouden maken.

Eenmaal op de camping was mijn tentje snel opgezet. De eerste twee uur van mijn kampeerervaring snapte ik opeens waarom hele volksstammen dit als hobby hebben. Ik zat met een salade en een boekje voor mijn zelf-opgezette tent in de frisse lucht, met uitzicht op de ondergaande zon. Hier kon ik wel aan wennen.
Slapeloze nacht
‘s Nachts ontdekte ik echter weer waarom kamperen niet míjn hobby is. De hele nacht had ik
rillend van de kou wakker gelegen. Mijn gloednieuwe isolatiematje was er niet in geslaagd de
kou buiten te houden. Maar dit mocht de pret niet drukken, want die ochtend zou ik de plek
zien waar het allemaal begon. Met een grote steen waarop de woorden ‘Source of River
Thames’, wordt aangeduid dat je op de goede plek bent.

Zonder deze steen, zou je niet doorhebben dat dit is waar de machtige rivier de Thames begint. Het essentiële onderdeel van een rivier, water, was hier namelijk nog niet te bekennen. Dit komt doordat het water in het droge seizoen zo laag staat, dat het niet eens aan het oppervlak komt. Desondanks voelt dit als een heel bijzondere plek.

Het kleine stapeltje stenen wat hier lag, zou uitgroeien tot een grote rivier die Londen doorsnijdt. Maar voor ik hier zou komen had ik nog een hele wandeling voor de boeg.
De eerste dagen op het pad
Na de partij stenen, loop je eerst een tijd langs een ondiepe geul in een weiland. Pas na een
uur wordt je beloond door een glinstering: weerkaatsend zonlicht in het water! Hier begon
een bescheiden stroompje, wat tussen de weelderige bossen door langzaam uitgroeit tot een
kabbelend beekje die je vergezelt op je wandeling.

Dit vredige gezicht werd af en toe onderbroken door een klein dorpje, maar het grootste deel van de route loop je helemaal alleen in de natuur. Op dit gedeelte zijn er weinig wandelaars met hetzelfde idee. Het beperkte gebruik van het pad zorgt er ook voor dat het soms moeilijk te bewandelen is. Op de beste plekken loop je door een hobbelig weiland de koeienvlaaien te ontwijken.
Op de slechtste plekken moest je nog even zelf een pad maken door de bramenstruiken, omdat er geen mensen voor je dit hebben gedaan. Mijn mooie nieuwe wandelrugzak had het dus zwaar te verduren, en na dag 1 zaten er al bramenstruiksporen in. Dat dit een ‘pad’ wordt genoemd, zegt in de praktijk dus weinig.
Slapen in de kou en modder
Mijn eerste camping bevond zich bij het dorp Castle Eaton. Hier kreeg ik van de camping
jongen een plekje met uitzicht over de rivier. Het plan voor die avond was om terug naar het
dorp te lopen na het opzetten van mijn tent, en hier een hapje te eten. Ik maakte echter de fout
om na het oppompen van mijn matje te gaan liggen. De rest van de avond bleef ik dus
horizontaal, zodat mijn benen na meer dan 9 uur wandelen hun welverdiende rust kregen.

Bij het aanbreken van de ochtend leerde ik een waardevolle les over kamperen. Het opzetten van je tent op een zandveldje naast een rivier is hartstikke leuk, tot het ‘s nachts gaat regenen en zand in modder verandert. Wanneer je dan je tent terug in je tas moet stoppen, zal alles onder de modder gaan zitten. Voordat ik verder kon wandelen, stond ik dus eerst een tijd in de
campingdouche om alle modder van mijn spullen te spoelen. Met natte, maar schone spullen
kon ik weer op pad.
Dorpjes, blaren en Engelse gastvrijheid
Die ochtend regende het, wat betekende dat mijn blik op de grond was gevestigd in plaats van
de omgeving, om te zorgen dat ik niet over het natte gras uitgleed. Hierdoor zag ik wel iets
wat me anders nooit op zou vallen. De regen bracht de hele slakkenwereld naar buiten, die
gezellig met mij mee kropen over het pad.
Drie uur lang zompte ik door het druilerige Engelse platteland, tot ik een kerktorentje in de verte zag opduiken: een dorpje! In Lechlade hadden ze cappuccino en een kacheltje waar ik op kon drogen. Terug in de buitenwereld begon er zelfs een zonnetje langzaam te schijnen, wat de wandeling een stuk gezelliger maakte. Vrolijk zwaaiende schippers tuften voorbij op woonbootjes en vissers langs het water mompelden ‘you alright?’

Het wandelen zelf ging echter wel steeds lastiger. Mijn natte sokken van die ochtend hadden gezorgd voor blaren, maar het mooie uitzicht hield mij nog op de been. Totdat het laatste deel van de wandeling kwam. De camping van die avond bevond zich op 5 kilometer afstand van de Thames. Om daar te komen, moest je een grote autoweg volgen.
Langs de autoweg
En aangezien de Britten niet zo’n fan zijn van fietspaden als de Nederlanders, moest ik deze weg af door de berm door te struinen, elke minuut wegduikend voor een langsrijdende vrachtwagen. Toch zat er weinig anders op dan doorlopen, want in de berm kon ik mijn tent niet opzetten. En zo kwam ik een half uur later met m’n ziel onder m’n arm bij de camping aan. Helaas was dit een hippie camping met eco-douches die alleen koud water hadden, dus warm de dag afspoelen zat er niet bij, maar de rest van de avond liggen gelukkig wel!
English Breakfast
De ochtend erna trakteerde ik mezelf met een welverdiend uitgebreid English Breakfast bij
een hotel naast de Thames. En de rivier trakteerde mij met een mooie route: groen, bosrijk en
vol wilde bloemen. De weelderige bomen omhelsden de slingerende rivier, met takken die tot
ver boven het water hingen.

Lange-afstand wandelen zorgt ervoor dat je aandacht hebt voor al deze kleine dingen die je tegenkomt onderweg: de bijtjes die in het vingerhoedskruid zitten, je eigen weerspiegeling in het water. Maar ook geeft het veel tijd om na te denken over de pijn die langzaam begon te ontstaan in je knie, door het uren lopen over hobbelige paden met een veel te zware rugzak.
Pijnlijke knie
Midden in een koeienweide bracht mijn knie mij dan ook tot een stop. Na drie dagen lopen stopte mijn knie met buigen, terwijl dat toch een vrij essentieel onderdeel is van een knie. In theorie was de camping nog maar een half uur lopen. In praktijk, met een zware rugzak en een niet-werkende knie, duurde het twee uur.
Maar het leuke aan wandelen is dat opgeven geen optie is, want slapen in een weiland was geen aantrekkelijk alternatief. Met deze realisatie in je achterhoofd, is veel mogelijk. En zo lag ik twee uur later in mijn tent, met regen tikkend op het tentzeil. Verdiende slaap slaapt dan toch het lekkerst.
Oxford tot London: afwisseling tussen natuur en stad
De wandeling naar de campingdouche de volgende ochtend maakte al snel duidelijk dat mijn
knie het nog steeds niet deed. Na even op de kaart te kijken zag ik dat er die dag 7 uur
wandelen op de planning stond. Maar een andere optie was om de bus te nemen naar Oxford,
die me binnen 15 minuten 13 kilometer wandelen zou schelen.

En zo zat ik om 9 uur ‘s ochtends aan de cappuccino te kijken hoe de stad langzaam wakker werd, erg tevreden over mijn keuze.
Toch met de bus naar Abingdon
In deze grote stad kon ik ook meteen warmere slaapkleding kopen, want elke nacht werd mijn slaap nog steeds verstoord door de kou. Na de huishoudelijke klusjes gedaante hebben, vervolgde ik mijn wandeling. Het Thames Path bracht mij dwars door de stad; langs Britse Townhouses, gezellige cafeetjes en kleurrijke woonbootjes.

Na het natuur van de afgelopen dagen, was het een leuke afwisseling om over een verhard pad tussen andere mensen te lopen, die allen op hun eigen manier van de rivier genoten. Ondanks de omgeving was mijn knie nog steeds aan het protesteren, en vanuit het dorp Kennington nam ik daarom de bus naar Abingdon. Hier bracht ik de rest van de middag door op een terrasje met uitzicht op de rivier. Zo kon ik nog steeds de Thames bewonderen, gewoon op een andere manier.
Weer helemaal fit
Dit gedeelte van het pad had me erg mooi geleken om te kunnen lopen, want dit stuk zag er prachtig uit. Maar goed, lose a battle to win the war. Dit bleek de volgende ochtend een slimme keuze te zijn geweest, want ik sprong weer vrolijk mijn tent uit met een knie die als nieuw voelde.
En zo kon ik mijn wandeling weer vervolgen, met aan mijn rechterhand uitgestrekte weilanden, en aan mijn linkerhand de rivier. Onder de bomen die langs de rivier groeiden hield ik mijn pauzes, op de vrolijk zwaaiende schippers na volledig alleen met de natuur.
Grand café’s
Met het verstrijken van de dag werd de rivier wel steeds meer levendiger. De Thames is op dit punt al breed genoeg voor plezierboten om er overheen te varen, wat ze dan ook massaal doen. Dit betekent ook dat er meer jachthavens op de route verschijnen, met bijkomende grand café’s. Hierdoor is het ook een stuk makkelijker om pauzes te houden. In de afgelegen gedeelten van het Thames Path zijn geen cafeetjes of bankjes te vinden, waardoor je langer doorloopt dan misschien zou moeten.

Mijn knie en ik voelde ons nu daarom een stuk meer uitgerust dan aan het begin van de route. Die avond sliep ik in Wallingford, een historisch marktstadje met schattige gebouwen, waar je in een kroegje langs de rivier kan genieten van een biertje, uitkijkend over zwemmende en suppende toeristen.
Van golfbaan naar een kasteel
Na Wallingford begon ik per ongeluk aan de verkeerde kant van de rivier. Dat is niet een fout
die eenvoudig te herstellen is, want zoveel bruggen over de Thames zijn er niet. Hierdoor liep
ik zeker een uur over een golfbaan, met de duidelijke les om ‘s ochtends even twee keer op
de kaart te kijken voor ik begon met lopen.
Na de golfbaan kreeg ik de rivier weer in zicht, met uitzicht over kleine kerkjes die op deze zondagochtend hun kerkbellen lieten luiden. Het pad begon hier ook langzaam te stijgen, tot je op een gegeven moment zelfs vanaf een hoge heuvel uitkijkt op de rivier. Vanuit deze hoek zie je de Thames vanuit een nieuw perspectief: kleiner, maar niet minder indrukwekkend.
Behalve deze lichte stijging is het pad vrijwel plat, en dus goed toegankelijk voor wandelaars die nog niet gewend zijn aan heftige wandelroutes. Maar dan wel met genoeg blarenpleisters op zak.
De twee kanten van Pangbourne
Die avond sliep ik in Pangbourne, op 2 minuten van de rivier af. Dit betekende dat ik de
volgende ochtend vroeg snel weer op het pad kon staan. Zo vroeg op de morgen hing er een
dikke nevel over de rivier. Het landschap zag er hierdoor sprookjesachtig uit. Het leven boven
de rivier werd gereflecteerd in het water, waardoor er twee werelden ontstonden; dubbel
zoveel om van te genieten.

Na dit verstilde stuk in de natuur liep ik de stad Reading in, bekend van het festival. Toevallig was deze op het moment dat ik aankwam in opbouw: er hing een groot zeil tussen het pad en het festivalterrein, wat mijn zicht over de stad belemmerde. In de stad ontbeet ik tussen de bouwvakkers die het festival hielpen opbouwen, dus het eerste deel van Reading stond vooral in het teken van het aankomende festival.
Het tweede deel van de stad was een stuk minder gezellig. Langs de rivier had zich een soort dorp gevormd van dakloze mensen die uit afvalmaterialen overkappingen hadden gebouwd, en vuurtjes stookten van autobanden. Zo heeft een stad twee hele verschillende gezichten.
Een pint in de lokale pub
Al even lopend kwam ik iets tegen wat ik de hele wandeling nog niet was tegengekomen:
een medewandelaar! Robin was een kunstenaar uit Manchester die eruitziet als een
gemiddelde Brit: bleke huid, scheve tanden en gekleed in een Manchester United shirt.
Samen liepen we het dorp Henley-on-Thames in, waar de straten werden gekleurd door
vrolijke vlaggetjes; je zou bijna denken dat ze wisten dat wij eraan kwamen. Bij een pubje
trakteerden we onszelf op een pint om de 30 kilometer wandelen van die dag goed af te
sluiten. We vergeleken wie de zwaarste tas had en wie al de meeste blarenpleisters had
gebruikt.

Ook Robin was de hele wandeling nog geen andere wandelaars tegengekomen; er zijn maar weinig mensen die het aandurven de hele rivier in 1 ruk af te lopen. Dat was soms wel jammer, want het delen van alle mooie uitzichten en kleine pijntjes van de wandeling met iemand die hetzelfde onderneemt, is toch erg leuk.
Gigantische villa’s
De camping van die avond bevond zich naast een meer, wat betekende dat ik de volgende
ochtend wakker werd door kwakende eenden die rond mijn tent waggelden. De route
vervolgde zich tot Marlow, vanaf waar de huizen met de minuut groter werden. Gigantische
villa’s, oneindige tuinen en aparte garages voor jachten; je zou er bijna jaloers van worden.

Maar ik was te druk met van mijn eigen uitzicht genieten om daarbij stil te staan: het weer
was zonnig, de bomen groen en de langslopende honden lief. Het stille platteland heb je hier
definitief verruild voor een levendiger landschap. Hoewel de rivier nog steeds wordt
omgeven door groen, zie je veel meer andere mensen en loop je elk uur een nieuw dorpje of
haventje in.
Windsor Castle
Na een overnachting in Maidenhead loop je eerst een stuk door een bos. Na een tijdje zie je
een kasteel opdoemen: Windsor! Dit kasteel is het grootste en langst bewoonde kasteel van
de wereld, en een officiële woonplaats van His Majesty The King. Naast Windsor ligt het
dorp Eton, waar alle royalty’s en politici studeren.
Wandelend langs de rivier, is het duidelijk welk type mens zich begeeft in deze omgeving: het type dat houdt van jachten. De gigantische villa’s langs de rivier hadden ook een praktische invloed op de wandeling. Doordat er meer privéland is, kan je niet meer constant langs de rivier lopen.

Dit betekent dat je steeds vaker een grote omleiding hebt die je door een woonwijk leidt. Het volgen van een vaste route betekent dat je niet langs alleen maar hoogtepunten loopt, maar dat je álles ziet wat er langs de rivier is: de bijzondere en de alledaagse dingen.
Door het hart van Londen via het Thames Path
De ochtend erna werd ik wakker in de regen. Hoewel dit niet goed is voor de motivatie om je
bed uit te komen en je tent in je rugzak te pakken, was ik toch snel weer bepakt en bezakt.
Die dag stond er namelijk een bijzonder deel van de wandeling op de planning: Londen
binnenlopen! In de weken voorafgaand aan de wandeling, was dit het deel waar ik het meest
naar uitkeek.

Na een jaar in deze stad te hebben gewoond, leek het me bijzonder om op deze manier de stad binnen te komen. Terwijl je wandelt, wordt je langzaam voorbereid op de stad: eerst loop je door schattige dorpjes met namen uit fantasieboeken: Kingston-upon-Thames, Teddington en Twickenham. Ook kom je langs bijzondere bezienswaardigheden zoals Hampton Court Palace, waar Henry VIII en al zijn vrouwen ooit woonden.
Lees ook: wat te doen in Londen.
De dorpse wijk Richmond
Na dit paleis laat je het dorpse achter je, en wandel je de Londense wijk Richmond in. Een wijk met vele cafeetjes langs de rivier vanaf waar je uitzicht hebt op dobberende bootjes en daarachter stenen huisjes in Victoriaanse stijl. Deze wijk voelt nog heel dorps, en niet alsof je je in een wereldstad van 9 miljoen inwoners begeeft.
Dit gevoel werd alleen maar versterkt op het stuk pad na Richmond. Dit brengt je namelijk langs de Kew Gardens, de grootste botanische tuin ter wereld. Een uur lang loop je door een soort bos, en dat terwijl je toch echt in Londen bent! Na de Kew Gardens kon ik de trein naar mijn studentenkamer pakken. Het leukste aan die dag was namelijk dat ik niet hoefde te kamperen, maar in een echt bed kon slapen!
Tip: vintage shoppen in Londen.
Lekker slapen
Dit maakte het opstaan de volgende morgen wel een stuk moeilijker. Het voordeel van in een tent slapen, is dat je er zo snel mogelijk weer uit wil, waardoor je vroeg weer aan de wandel kan zijn. Dit voordeel heb je niet bij een lekker warm bed. De ochtend had dus een wat minder
vliegende start.

Maar dat werd weer goed gemaakt doordat ik mijn rugzak op m’n kamer kon laten, en dus een stuk sneller kon wandelen. Ik nam de metro naar het punt waar ik de dag ervoor was gestopt. De wandeling begon in de wijk Fulham. Zo vroeg in de ochtend is een stad altijd op het mooist.
Alles is voorbereid op grote drukte, maar je mag er in je eentje van genieten. Tussen alle vrachtwagens die boodschappen bezorgen aan de cafeetjes en de mensen op weg naar hun werk, krijg je een mooie kijk in het echte leven.
Dit zijn leuke restaurants in Londen om lekker te eten.
Langs de Big Ben, London Eye en Tower Bridge
Over een hele brede boulevard liep ik langs een rij moderne flatgebouwen, tot ik bij de
Battersea Power Station aankwam. De muziekkenners onder ons zullen dit gebouw kennen
van de voorkant van een van de klassieke albums van de jaren 70: Animals! Hoewel er nu
geen groot varken boven zweeft, blijft het een bijzonder gebouw.
In deze voormalige kolencentrale is nu een winkelcentrum met daarboven moderne appartementen. Bij Lambeth Bridge stak ik de rivier over, om aan de zuidelijke oever van de rivier te lopen.

In Londen kan je aan beide kanten van de rivier over het Thames Path lopen, maar ik koos de zuidelijke kant, want vanaf hier heb je het mooiste uitzicht over alle hoogtepunten: zo loop je eerst langs de Big Ben en de Houses of Parliament, gevolgd door de London Eye, de St. Paul Cathedral met daarvoor de Millennium Bridge en als laatste de Tower Bridge.
In een uur zie je zo heel Londen voorbij komen. Voor mensen die een weekendje naar Londen gaan, is dit deel van het pad dan ook erg aan te raden.
Bekijk Londen anders: bezoek groen Londen.
Van oude pakhuizen naar Greenwich
Vanaf de Tower Bridge wordt de stad veel residentiëler. In de wijk Bermondsey zijn oude
pakhuizen vanuit de tijd dat de Britten met hun East India Company hun waren de hele
wereld over verscheepten, omgebouwd naar appartementen en winkels. Hoe verder je deze
wijk inloopt, hoe kleiner de Shard en de Tower Bridge worden.
Totdat dit uitzicht wordtverruild voor het financiële district: Canary Wharf. Dit gebied staat vol met moderne torenflats waar banken en bankiers zich hebben gevestigd, een heel andere sfeer dan de klassieke stijl van de Big Ben en Tower Bridge. Maar dit verandert weer volledig als je de wijk Greenwich binnenloopt. Deze wijk kennen we van het begin van de tijd, want hier kan je de nul meridiaan terugvinden.

Tevens staat deze wijk ook vol met gezellige cafeetjes en marktjes, en verschillende musea die de geschiedenis van de zeevaart laten zien. Voor het Royal Naval College, waar vroeger zeelieden van de zeemacht hun laatste rustoord vonden, nam ik ook even rust om nieuwe blarenpleisters op te doen voor het laatste stuk wandelen van die dag.
Deze musea in Londen wil je niet overslaan.
Van Greenwich naar de Noordzee: het laatste deel van het pad
De uitdrukking ‘de laatste loodjes wegen het zwaarst’ kreeg op dit deel van de route extra betekenis. Na Greenwich wandel je namelijk het industriële deel van Londen in. Eerst
loop je langs de O2 en de London City Airport, en daarna een lang industrieterrein. Niet een
gezellige omgeving dus, en een grote verandering ten opzichte van de wandeling aan het
begin van die dag.
De dag eindigde voor mij bij de Thames Barrier, een stormvloedkering gebouwd om Londen
te beschermen tegen de hoogtij vanuit de Noordzee. Bij deze waterkering eindigt het Thames
Path officieel, en de meeste wandelaars stoppen hun reis dus ook hier. Ik had echter bedacht
dat ik de rivier in de zee wilde zien uitmonden, dus voor mij was er nog een flink stuk te
gaan.

Maar dat was een probleem voor de daaropvolgende dagen, want die dag had ik er al 40 kilometer opzitten. Om toch deze eerste mijlpaal te vieren, had ik samen met Robin (mijn
medewandelaar) en een aantal van zijn kunstenaarsvrienden uit Manchester afgesproken in
een pub. De een had een galerij, de ander restaureerde schilderijen in het British Museum;
een interessant gezelschap om de avond mee af te sluiten dus.
Van leuke wijken naar grauwe industrieterreinen
Wat ik die avond nog niet realiseerde, was dat vandaag de laatste dag was dat ik een mooie
wandelroute had. Vanaf dat moment kwam ik alleen nog maar langs zware, lelijke industrie.
Door alle bruggen in het centrum van Londen, kunnen grote schepen moeilijk de hele rivier
af, waardoor je op je route voor Londen geen industrie tegenkomt. Dit wordt na Londen
goedgemaakt door een overdaad aan bedrijventerreinen.

Om het nog wat gezelliger te maken, regende het ook de hele dag, wat de omgeving niet ten goede kwam. Af en toe werd de industrie verruild voor een dorpje, maar als de McDonald’s het gezelligste koffietentje is, dan zegt dat weinig goeds over je dorp. Deze omgeving hield drie dagen aan.
Mijn einddoel kwam dichterbij
Je begint je op een gegeven moment af te vragen waarom je dit ook alweer als vakantie had uitgekozen, maar het doel kwam steeds dichterbij. Dit werd duidelijk door de breedte van de rivier, je kon de overkant haast niet meer zien: het begon al bijna op zee te lijken…
Op mijn een-na-laatste dag moest ik nog wel een interessant obstakel overwinnen. Terwijl ik
de rivier aan het volgen was, kwam ik per ongeluk terecht op het terrein van een bouwbedrijf.
Na dit bedrijf, was mijn camping nog 5 minuten lopen, maar tussen mij en het pad stond een
grote omheining. En het bleek dat het bouwbedrijf opkomen een stuk makkelijker was dan
eruit komen.
Is dit een camping?
Na 20 minuten rondstruinen vond ik een hek waar mijn rugzak en ik onderdoor konden kruipen, zodat ik bevrijd was. Als ze camera’s hadden, had ik de volgende dag op de Engelse Dumpert gestaan. Maar gelukkig heb ik die beelden niet voorbij zien komen, en kon ik veilig verder lopen naar de camping.

Eenmaal bij de camping vroeg ik of ze me naar mijn plekje konden wijzen. Hierop vroeg het meisje achter de balie ‘is dit een camping?’. Na even rondvragen kwam ze erachter dat dit inderdaad een camping was. Normaal gesproken was het een natuurgebied met een winkeltje en een cafeetje, maar als je wilde kon je ook je tent op een van de wandelpaden opzetten.
Dit deden duidelijk maar weinig kampeerders, want ik stond in mijn eentje op een groot natuurgebied, zonder douches of andere voorzieningen. Dat maakte verder niet uit, want dit was mijn laatste nacht in de tent, morgen zou ik de zee bereiken!
Uitwijken voor tractors
In de ochtend kon ik helaas niet langs de Thames lopen, want het pad volgde hier een
omleiding. Dus liep ik door een landelijk gebied langs boerderijtjes, wat een ander uitzicht
was dan ik gewend was van de voorgaande dagen.
Helaas was er in dit gebied geen wandelpad, en moest ik dus weer door de berm van een 60-weg lopen, steeds aan de kant springend voor de voorbij razende tractors. Maar als je zo dichtbij bent, laat je je ook niet meer uit het veld slaan.
De symboliek van het eindpunt in Hallows-on-Sea
Als eindpunt van de wandeling had ik het plaatsje Hallows-on-Sea uitgekozen, met de logica
dat als er ‘sea’ in de naam zit, het telt als een kustplaats. In dit dorp zag ik ook voor het eerst
van die dag weer de rivier, die op dit punt veranderd was in de open zee. Hier ‘overspoelde’
het moment me even. Ik had opeens uitzicht over een grote, verstilde zee.

Het was me toch maar mooi gelukt om 350 kilometer te wandelen. Van een hoopje stenen zonder water, had ik de Thames zien uitgroeien tot een machtige zee. De Thames en ik hadden samen het Engelse platteland doorkruist, onze weg gebaand door Londen en langs industrieterreinen geworsteld.
Om zo de Noordzee te bereiken, waar de Thames het open water in stroomt. Het was gelukt!
Geen ruimte voor gedachten = ultieme focus
En dat na een reis die op veel momenten best afzien was. De hele tocht was ik bezig geweest
met kleine probleempjes: mijn rugzak was te zwaar, mijn sokken te nat, mijn blarenpleisters waren op. Voor ik begon aan de wandeling, dacht ik dat wandelen een heel rustgevende
ervaring zou zijn waarin veel tijd was om na te denken. Achteraf gezien bleek niets minder
waar.

De hele dag was ik bezig met het oplossen van praktische problemen, en was ik dus veel te druk om rustig na te denken. De omgeving bood ook weinig afleiding, want mijn belevingswereld beperkte zich twee weken lang tot water, bomen en woonboten. Er was geen
geruis om me heen, de hele dag was ik volledig gefocust op het wandelen zelf.
Dit was een heel nieuwe soort meditatieve ervaring, want na een jaar lang elke dag druk te hebben nagedacht voor mijn studie, had ik nu twee weken lang geen enkel moment in mijn hoofd gezeten.
Het is niet alleen de reis… maar ook de bestemming
Dat de reis soms moeilijk was, betekende ook dat het bereiken van de zee nog bijzonderder
was. Want ook al waren er onderweg problemen, het lukte toch om telkens weer mijn ene
been voor de andere te zetten. Als je wil, kunnen jij en je veel te grote rugzak een rivier
aflopen.

De reis was niet altijd even leuk, maar het bewijzen dat ik mijn bestemming kon bereiken was een veel belangrijkere ervaring. En misschien is het dus uiteindelijk wel de bestemming die de reis mooi maakt.
Handige websites voor je reis
Alle foto’s: Maartje Smit
Dit vind je vast ook leuk om te lezen:
- Op reis met… Karin Bloemen
- 11x leuke hotels in Londen: hier wil je slapen!
- Stedentrip naar Londen: tips voor restaurants, bezienswaardigheden en activiteiten
- Tips voor 2 dagen Las Vegas en omgeving
- Bijzonder overnachten in Oberösterreich in Oostenrijk doe je hier

Reizende student die haar boekenwijsheid aanvult met wereldwijsheid. Heeft een voorliefde voor glamrock en weet meer van speciaalbier dan jij. Voelt zich thuis in een vreemd bed, een cowboyhoed of onder een sterrenhemel. Voelt zich gelukkig achter in een tuktuk, op het zadel van een motor of achter het stuur van een Jeep, om zo plekken te beschrijven waarvan ze het bestaan nog niet kent.